Waar een reünie al niet toe leidt...
In 1970 speelden Wim van der Lee (examenjaar 1975) en Marij van Puijenbroek (examenjaar 1976) in een toneelstuk tijdens het Creatief Festijn. Op zaterdag 9 mei 2015 beschreef Wim zijn herinneringen in de rubriek Opnieuw van NRC, waarin oude foto's opnieuw afgebeeld worden. De foto waar het om ging staat in de Beeldbank. Hieronder de tekst van Wims herinnering. Zo zie je waar een reünie al niet toe kan leiden. Voorwaar een oproep om op 3 oktober te komen...
Eindredacteur Wim van der Lee (58) stond op 13 februari 1970 met klasgenoot Marij van Puijenbroek (58) op het toneel van het Beekvliet Gymnasium in Sint-Michielsgestel. „Het was tijdens het zogenaamde Cultureel Festijn. Marij speelde prinses, ik een hertog die naar haar hand dong. Het speelgoedbeest was een cadeau om indruk te maken. We wonnen de eerste prijs. Van het verhaal herinner ik me weinig, alleen dat uiteindelijk alle spelers dood op een hoopje lagen en dat je regieaanwijzingen uitsprak. Dus ik trok mijn zwaard en zei: ‘de hertog trekt zijn zwaard’. Zoiets paste bij mij. Op de lagere school vroeg ik voor mijn verjaardag het taalboekje van het volgende jaar. En op de middelbare school liet ik exacte vakken vallen. Ik was bezig met taal, schreef in de schoolkrant. Met drie vrienden maakte ik hoorspelen en we schreven elkaar brieven die alleen wij begrepen. We deden literair-achtige dingen. Toch was het schrijverschap meer fantasie dan ambitie. Anders had ik er meer voor moeten doen. Taal bleef wel belangrijk. Na mijn studie Nederlands was ik regisseur van een cabaretgezelschap en bekwaamde ik me in redactiewerk. Marij zag ik sporadisch. Totdat zij met een vriendin meekwam naar mijn 50ste verjaardag. We spraken af elkaar weer eens te zien. Beiden hadden we een relatie en negeerden enige tijd bepaalde gevoelens. Bij een schoolreünie stelde Marije voor samen vanaf station Den Bosch naar het Beekvliet Gymnasium te lopen. Ik had ooit beloofd een gedicht voor te dragen. Impasse van Martinus Nijhoff leek mij toepasselijk. ‘We stonden in de keuken, zij en ik. Ik dacht al dagen lang: vraag het vandaag.’ Mijn voordracht in het Bossche Broek maakte indruk. Het duurde nadien nog even, maar inmiddels wonen wij alweer vijf jaar samen.” |