[De volgende tekst verscheen in 2006 in Den Heertgang, het blad van de heemkundevereniging De Heerlijkheid Herlaer]

De bouw van Beekvliet

Een kort historisch overzicht van de gebouwen waarin Beekvliet was gehuisvest, door Jan Lurinks (oud-leerling en oud-docent van Beekvliet)

De eerste seminaries

Tijdens de 23e zitting van het Concilie van Trente, 15 juli 1563, wordt iedere bisschop verplicht een seminarie op te richten ‘tot opleiding der geestelijken’. Zo wordt vanaf 1570 tot driemaal toe een poging ondernomen een seminarie te stichten in het Bossche Vicariaat, maar telkens stuitte men op geldelijke en andere moeilijkheden. De inname van Den Bosch door Frederik Hendrik in 1629 maakte het voor lange tijd onmogelijk.

De Franse revolutie van 1795 gaf Antonius van Gils – Professor aan de Leuvense Universiteit, die zich na zijn vlucht voor de Franse overheersing in 1798 ter beschikking had gesteld van Vicaris van Alphen van het Bossche Vicariaat – de mogelijkheid in Den Bosch twee huizen te huren, waar de eerste theologielessen werden gegeven.

Vanwege ruimtegebrek wordt korte tijd later het kasteeltje “Nieuw-Herlaer” in Halder aangekocht uitsluitend voor de theologische studies. Van Gils is de eerste president. Vanaf het begin was het seminarie door van Gils gepland als een volledige opleiding in twee afdelingen: een Groot-Seminarie voor wijsbegeerte en theologie en een Klein-Seminarie voor de humaniora.

Zo wordt door hem in 1815 een geschikte ruimte gevonden en gehuurd te Berlicum, kasteeltje “Veebeek”, waar het Klein-Seminarie begint. Eerste regent was Philippus van de Ven. Zijn opvolger, regent Joannes Smits, ziet het aantal studenten groeien tot 40. Gebrek aan ruimte op Veebeek doet hem uitzien naar een andere behuizing.

 

Beekvliet in beeld

Op 22 oktober 1816 wordt “het landgoed, genaamd Beekvliet, met bijbehorende tuinen en moeslanden” aangekocht en 14 november 1817 verhuist het Klein-Seminarie naar “Beekvliet”, volgens regent Smits “een aardig kasteeltje, maar er moet gebouwd worden, uitgebreid en vergroot en wel zo spoedig mogelijk”.

 

Een totaalplan van architect van Someren, dat men gespreid over een aantal jaren kon uitvoeren, wordt goedgekeurd en reeds in februari 1817 gaat de eerste schop de grond in. Aan de westzijde van het kasteel komen tussen 1817 en 1821 keuken,refter (tevens studiezaal, museum genaamd) en 4 klassen; op de tweede verdieping de kapel en de derde verdieping fungeerde als slaapzaal. Aan de oostzijde, de plaats van het vroegere brandhuis en bergplaats, komen in 1823 kamers van de regent, spreekkamers, zieken-kamer en kelder.

In 1832 wordt de toegang verbeterd door de bouw van een stenen brug en nieuwe poort. De speelplaats wordt gedeeltelijk verhard en er komt een overdekt “perron” voor de buitentoiletten.
Rond 1840 blijkt de school toch weer te klein. Er zijn nu 172 studenten. Diverse lokalen worden dubbel gebruikt: recreatie in de klaslokalen, de refter is tevens studie-zaal, de grote spreekkamer “de herberg” is ook ziekenkamer etc.
27 Juni 1853 wordt de eerste steen gelegd voor de bouw van ’n eigen kapel en worden diverse ruimtes verbouwd.
Juli 1854 overlijdt regent Smits en hij wordt opgevolgd door regent Mgr. Adrianus Kamp(1854-1893). In september is de kale bouw van de kapel voltooid. Overigens duurt het wegens geldgebrek nog tientallen jaren voor de kapel is ingericht en aangekleed.
22 Mei 1855 wordt de eerste steen gelegd voor nieuwbouw van internaat en school: een muziekkamer, een grote recreatiezaal met 66 loketjes, grote studiezaal, kleine recreatiezaal met 75 loketjes, 4 nieuwe klaslokalen, slaapzaal en een trappenhuis, dat uitkomt bij de kamer van de prefect.

22 Augustus 1865 wordt de kapel geconsacreerd door mgr. J. Deppen, coadjutor van mgr.J. Zwijsen. Tevens wordt het kerkhof gewijd, dat in datzelfde jaar werd aangelegd samen met de “engelse” tuin en de kastanjelaan (brevierlaan). In 1875 wordt het Lorret-orgel in de kapel geplaatst, een schenking van de seminarie-leraar Th. Spierings.

In de jaren 1878-1879 wordt de Seminarielaan verhard en met bomen omzoomd.

In 1883 wordt een gedeelte van de gracht gedempt, om de “hoge school” te bouwen met zangzaal, pianokamertjes, biljartzaal en leeszaal en een open veranda met kolommen en klinkerbestrating.

Een nieuwe boerderij wordt gebouwd in 1890 met daarin een bakkerij, washuis, linnenkamer en droogzolder.

Op 19 Januari 1893 sterft regent Kamp. Hij wordt opgevolgd door regent Aloysius Panken (1893-1908), die in 1899 begint met de bouw van een klooster voor de zusters. De bouw staat onder leiding van architect Nielen uit Sint-Michielsgestel.

 

Kasteeltje wijkt voor voorbouw

Op 20 Juni 1905 wordt de eerste steen gelegd voor de voorbouw. Architect is W. Th. van Aalst uit ’s-Hertogenbosch. Het oorspronkelijke kasteeltje wordt gesloopt om plaats te maken voor een voor die tijd fraai en goed ingericht gebouw, waarin ontvangkamers, eetzaal, woon- en slaapvertrekken voor regent en leraren. In de souterrains komen een stoomwasserij, een eigen elektrische installatie voor verlichting en een eigen waterleidinginstallatie. Op de speelplaats wordt voor de kapel een nieuwe gevel met uurwerk geplaatst, om de toegang tot de kapel te markeren. Tevens worden slaapzaal en eetzaal vergroot. Augustus 1907 zijn alle bouwactiviteiten klaar.

Fig6

Om gezondheidsredenen neemt regent Panken in 1908 ontslag. Hij wordt opgevolgd door regent Ph. van den Heuvel (1908-1927), die in 1918 de voorbouw verlengt met 13 meter en de “hoge school” voorziet van een verdieping, wat 3 nieuwe klaslokalen oplevert. Op dat moment bevolkten 246 leerlingen de gebouwen.

Regent van den Heuvel overlijdt in november 1927. Zijn opvolger is regent F.A.J.A.Goijaerts (1927-1949). Door het toenemend aantal leerlingen begint deze met een groot plan voor een geleidelijke nieuwbouw van het seminarie. Al in december 1927 wordt beslist het plan van architect H.Valk uit te voeren, om alle gebouwen met uitzondering van de voorbouw te vernieuwen. Maar zoals het vaak gaat met bouwplannen; het plan wordt tot ’n minimum teruggebracht, namelijk tot 2 nieuwe vleugels, die in de jaren 1930-1932 worden gebouwd.

De eerste vleugel, de “rode” gang met klaslokalen, lerarenkamers en een slaapzaal met stromend water voor iedere chambrette. De tweede vleugel met grote studiezaal, die tevens als aula kon dienen. Achter de aula komen 2 nieuwe sportterreinen. De nieuwe toneelzaal (aula) wordt 4 augustus 1931 geopend met “De wijnberg des Heren” van Calderon.


In 1934 wordt bij het zilveren priesterfeest van de regent het jubileumpark met vijver aangelegd. Het leerlingenaantal is nu opgelopen tot 310.

Fig7

 Fig8

Gijzelaarskamp “Beekvliet” (1942-1944)

April 1942 wordt Beekvliet gevorderd door de Duitse bezetter en in het najaar beginnen de Duitsers met het bouwen van een kazerne naast de “hoge school”. Deze kazerne, de “Duitse Bouw”, wordt na de oorlog bestemd tot eigen woon- en schoolruimte van de twee hoogste klassen.
In 1949 overlijdt regent Goijaerts plotseling en zijn opvolger regent drs. G. Bannen-berg (1949-1959) verbouwt en vergroot de kapel in de jaren 1950-‘51 volgens plannen van architect H. Valk. Beekvliet wordt op dat moment bevolkt door 402 leerlingen, nog altijd een recordgetal. In de daarop volgende jaren hebben diverse bouwadvies- commissies zich bezig gehouden met grootse plannen, die uiteindelijk beperkt bleven tot enkele verbouwingen zoals vergroting van recreatiezaal en studiezaal van de Kleine Figuur (eerste klas), verbetering van het gymlokaal en verbouwing van de ruimte achter het toneel tot tekenlokaal.

Grootse plannen


In de jaren 1958-1959 zijn er opnieuw bouwplannen: zoals een eigen kapel en eigen slaapzaal aan de Duitse Bouw, een geheel nieuw gymnasiumgebouw los van het internaat, een nieuw internaat in 4 levensgemeenschappen volgens de leeftijd van de jongens. Ook een geheel nieuw seminarie in de omgeving van Eindhoven behoorde tot de plannen.
In 1959 wordt regent Bannenberg benoemd tot bisschoppelijk adviseur van het middelbaar- en nijverheidsonderwijs. Hij wordt opgevolgd door dr. J. van Laarhoven (1959-1964), die in 1963-‘64 de Valkbouw laat verbouwen tot eetzaal met daaraan vast een nieuwe keuken. Tegelijk wordt een nieuw zusterklooster gebouwd naast de Valkbouw naar een ontwerp van architect J. Koldewey.

Fig9
Na een korte bestuursperiode van 5 jaar wordt regent v.Laarhoven in 1964 benoemd tot hoogleraar aan de Nijmeegse Universiteit. De nieuwe regent en rector wordt drs. A. Ooms (1964-1969), die reeds vanaf 1960 leraar was op Beekvliet.

Beekvliet 150 jaar

In november 1965 wordt het 150-jarig bestaan van Beekvliet uitbundig gevierd. Toch is er zorg om de toekomst. Het aantal leerlingen is in 6 jaar gedaald van 402 tot 324. Daarom wordt datzelfde jaar het besluit genomen, om het gymnasium open te stellen voor externe leerlingen. September 1965 doen de eerste 12 externen hun intrede. De toestroom van internen blijft echter steeds verder afnemen. Het bisdom besluit vanaf het schooljaar 1969-1970 geen nieuwe interne leerlingen meer aan te nemen en in juli 1972 wordt het internaat gesloten.
Ondertussen is in 1969 regent Ooms benoemd tot territoriaal vicaris van het bisdom en wordt in 1970 drs. A.Wintjes aangesteld als rector van het gymnasium. De school heeft diverse gedeelten van het internaat in gebruik. Besloten wordt om Duitse Bouw en Hoge School intern te verbouwen tot gymnasium en vanaf september 1972 worden hier alle lessen gegeven. Het is slechts een noodoplossing, want voor het bisdom is het vrijwel onmogelijk het terrein te verkopen zolang daarop een school gehuisvest is.

Het nieuwe gymnasium

In 1974 wordt van het ministerie toestemming verkregen om een nieuwe school te bouwen. Van het bisdom wordt aan de overzijde van de Beekvlietstraat 3 hectare grond aangekocht ten behoeve van de nieuwbouw.
Het gehele Beekvlietcomplex wordt in 1977 aan de gemeente verkocht, die de ruimte benut voor een nieuwe woonwijk overigens met behoud van de Voorbouw, waarin appartementen worden ondergebracht.
In september 1977 wordt de eerste steen gelegd voor de nieuwe school en in januari 1978 verhuist alles en iedereen naar het nieuwe onderkomen. Daarmee is na ruim 160 jaar een definitief einde gekomen aan seminarie Beekvliet.

Bronnen:

“Beekvliets eeuwfeest 1815-1915”

“150 jaar Klein Seminarie van het bisdom ’s-Hertogenbosch 1815-1965”; historische schets door W.H.Th. Knippenberg.

“Beekvliet 175 jaar; Kroniek 1965-1990”, J.P.C. van Rijnsoever.

 Fig10